Meer dan 1% van de Nederlandse bevolking heeft autisme. Dat zijn best veel mensen en de groep die te maken heeft met mensen met autisme is daardoor nog groter. Toch zijn er ook nog veel mensen die niet precies weten wat autisme nu precies is.
Autisme is eigenlijk een verzamelnaam voor verschillende gedragskenmerken die wijzen op een bepaalde kwetsbaarheid op diverse gebieden, bijvoorbeeld op het vlak van sociale interactie, flexibiliteit, communicatie, denken en handelen of het filteren en integreren van informatie. Vaak hebben mensen met autisme een normale tot hoge intelligentie en er is een deel (ongeveer 30%) dat ook een verstandelijke beperking heeft.
De ontwikkeling van de sociale intuïtie
Er wordt al jaren intensief onderzoek gedaan naar autisme, maar wetenschappers hebben nog steeds de daadwerkelijke oorzaak niet kunnen ontdekken. Je kunt ook niet zomaar vaststellen of iemand autisme heeft, bijvoorbeeld met een bloedtest. De enige manier om te bepalen of iemand autisme heeft, is de gedragskenmerken van iemand bestuderen. Doordat er al zo lang onderzoek wordt gedaan naar autisme, heeft men ook een aantal dingen wel ontdekt. Bijvoorbeeld de sterke eigenschappen die iemand met autisme kan hebben, of de problemen waar ze tegenaan kunnen lopen. Het lijkt erop dat hun ‘sociale intuïtie’ minder goed ontwikkeld is of in ieder geval anders dan bij iemand zonder autisme. Ze hebben ook vaak te maken met over- of ondergevoeligheid en informatie die binnenkomt via de zintuigen wordt anders verwerkt. Grote veranderingen in hun leven kunnen voor problemen zorgen, hier kunnen ze op vast lopen.
Een beperking of een stoornis
Iemand met autisme heeft vaak ook hele sterke punten, zoals loyaliteit, eerlijkheid, oog voor detail, technisch inzicht of analytisch denken. Deze sterke eigenschappen kunnen zeker ook een pluspunt zijn. Natuurlijk kan het lastig zijn als deze sterke eigenschappen uit balans raken, iemand die overmatig loyaal is of altijd alleen maar eerlijk is, kan soms tegen problemen aanlopen. Toch vraagt men zich steeds vaker af of autisme per definitie een ‘beperking’ of een ‘stoornis’ is. En of je autisme wel moet willen genezen. Volgens de neurodiversiteitbeweging is het een ‘andere manier van zijn’. Het is natuurlijk wel vervelend als mensen met autisme op bepaalde momenten in hun leven ook te maken krijgen met stemmingsstoornissen, angst- en/of dwangstoornissen, posttraumatische stress stoornis, een burn-out, een persoonlijkheidsstoornis of depressies. Dit komt helaas op een bepaald moment in het leven van 70% van de mensen met autisme voor. Bij mensen zonder autisme ligt dit aantal op ongeveer 40%.
Hoe kun je autisme herkennen?
De volgende eigenschappen worden vaak in verband gebracht met autisme:
- Problemen hebben met onverwachte veranderingen
- Niet sterk op sociaal gebied
- Alles heel letterlijk nemen
- Alles goed kunnen analyseren, hyperfocus en talent voor specialisatie
- Recht door zee en heel eerlijk en loyaal
- Letten op de kleinste details, nauwkeurig en perfectionistisch zijn
- Het moeilijk vinden om over koetjes en kalfjes te praten
- Liefst een op een contact
- Over- of ongevoelig voor prikkels
- Geen interesse in anderen lijken te hebben
- Moeite hebben in het bewaren van het overzicht, maar wel buiten vaste kaders kunnen denken
- Zich volledig storten op een beperkt aantal onderwerpen
- Goed in het herkennen van patronen
- Een tragere verwerking van informatie
Autisme diagnostiek
De diagnose autisme moet gesteld worden door een ggz-psycholoog of een psychiater aan de hand van een uitgebreide test die soms wel 12 tot 14 uur duurt. Er bestaat geen bio marker voor autisme. Uit onderzoeken is gebleken dat autisme in hoge mate erfelijk is, daarbij gaan ze ervan uit dat bij het ontstaan van autisme waarschijnlijk honderden verschillende genen een rol spelen.